Overheid als platformbouwer voor innovatie in de zorg

De Vlaamse en Federale overheden spelen duidelijk een proactieve rol in de informatisering van de zorgsector. Wat betekent dat voor jonge technologiestartups? Kan de overheid als concurrent beschouwd worden, aangezien zij zelf ICT-diensten ontwikkelt en aanbiedt? Of biedt de overheid net opportuniteiten voor startups?  We vragen het aan Dominique Dejonckheere, Program Manager ICT van Zorg en Gezondheid.  Dominique leidt al 10 jaar de ICT-stafdienst en is mee verantwoordelijk voor de ICT-strategie van de Vlaamse overheid voor gezondheid en welzijn. De kernprogramma’s waar hij op focust situeren zich rond gegevensdeling binnen de eerste en tweede lijn, met de residentiële sector en de thuiszorg.

Om van start te gaan: welke initiatieven neemt de overheid om ICT-gerelateerde innovatie in de zorg te stimuleren?

Er is duidelijk nood aan innovatie. Tot voor kort was het voor burgers net zo moeilijk om aan hun patiëntengegevens te raken als dat 50 jaar geleden was voor hun bankverrichtingen. De financiële sector heeft jaren geleden al een volledige omslag gemaakt met o.a. internetbankieren. De zorgsector staat op dat vlak nog in de kinderschoenen. De laatste jaren trekt de overheid en de sector duidelijk de kaart van een multidisciplinaire samenwerking en gegevensdeling. De patiënt staat daarbij als mederegisseur van zijn gegevens. Veel tijd ging naar het opzetten van een noodzakelijk platform waar de gegevens uit de eerstelijn 24/7 beschikbaar zijn voor andere actoren. Er werd ook veel aandacht besteed aan de basiscomponenten om de veiligheid en het vertrouwen van de patiënt te kunnen garanderen. Artsen hebben bijvoorbeeld niet de ICT-infrastructuur om hun data continu beschikbaar te stellen. De resultaten van deze initiatieven worden langzaam zichtbaar.

Een wetgevend kader dus?

Meer dan dat alleen. Ten eerste heeft de Vlaamse overheid gezorgd voor een visie en strategie die aangeeft wat de evoluties moeten zijn voor de komende jaren. Er zijn de visietekst en het actieplan eZorgzaam Vlaanderen. Het Zorgvernieuwingsplatform van Flanders’ Care zette in 2012 haar visie op gegevensdeling via ICT in de zorg in dit actieplan uiteen. Daarnaast is er ook het actieplan van de federale rondetafel eGezondheidszorg dat goedgekeurd werd door alle bevoegde ministers op een Interministriële Conferentie Volksgezondheid in 2013.

Dit alles wordt ook verankerd in het decreet over hoe het netwerk voor digitale gegevensdeling in de zorg georganiseerd zal worden. Met de goedkeuring van het decreet hebben we nu ook een globaal kader voor het delen van zorggegevens tussen zorg- en hulpverleners en formaliseren we de nodige structuren. Vroeger diende dit op projectniveau geregeld worden.

Waarom is de gegevensdeling van gezondheidinformatie zo belangrijk?

De gegevensdeling zal leiden tot een betere en efficiëntere zorg in functie van de gebruiker. De zorg- en hulpverleners zullen namelijk beschikken over accurate en actuele informatie.

Betere en verantwoorde zorg is niet de enige drijfveer voor deze projecten. Het gaat ook over betere samenwerking en betere organisatie, over veiligheid en over de rechten van de patiënt.

Kan u iets meer vertellen over de praktische uitwerking van deze initiatieven?

Op vlak van technologische evoluties zijn er de platformen en systemen voor gegevensdelingbinnen de eerste lijn en de tweede lijn zoals Vitalink, het Waalse Intermed en de lokale hubs van de ziekenhuizen. Deze worden verder uitgebouwd en op elkaar afgestemd – en moeten gekoppeld worden met de software van de zorgactoren. Hier zijn een aantal initiatieven belangrijk zoals bijvoorbeeld het federale labelingprogramma, en vanuit Vlaamse kant de oproep naar koepelorganisaties om als uniek aanspreekpunt op te treden naar softwareleveranciers toe. Dit creëert niet alleen duidelijkheid voor de software-industrie maar ook een dynamiek. Verder moeten startups weten dat er nu een uniforme technische connector beschikbaar is, die de integratie tussen hun gebruikerstoepassingen en platformen zoals Vitalink sterk vergemakkelijkt. We moeten een duidelijk onderscheid maken tussen de business toepassingen van de sector enerzijds, én de eHealth bouwstenen en basisdiensten anderzijds. Die laatste moeten ervoor zorgen dat toepassingen op een uniforme en vooral veilige manier gegevens kunnen uitwisselen als de toegankelijkheid en de centrale rol voor de patiënt kunnen verzekeren (denk maar aan de basisdiensten voor gebruikers- en toegangsbeheer, bewijs therapeutische relatie, systeem voor exclusies etc.). Startups moeten deze beter leren kennen en gebruiken.

De overheid neemt ook zelf initiatief om de innovatiestroom te stimuleren met initiatieven zoals Flanders’ Care, MIC Vlaanderen en de iMinds Health poot. Via die laatste wil de overheid ook een proeftuinomgeving voorzien die dit ondersteunt en de baan verder vrijmaakt voor een verdere standaardisering.

Wat zijn de mogelijke opportuniteiten voor technologiestartups?

Het is de expliciete keuze van Vlaanderen om geen eindgebruikerssoftware te bouwen. De software-industrie speelt hierin de belangrijke rol. De overheid bouwt het basisplatform waarop verschillende projecten gerealiseerd kunnen worden. Dus vanuit Vlaanderen is er Vitalink, het digitale platform van de Vlaamse overheid, voor het veilig delen van zorg- en welzijnsgegevens. Via het patiëntenluik van de mutualiteiten worden de gegevens ook op een veilige manier ontsloten naar de patiënt zelf. Voor de zorgverstrekkers en voorzieningen vereisen we een system-to-system integratie. De meeste softwareleveranciers leggen nu de laatste hand aan de optimalisatie van hun software voor het delen van het medicatieschema. Zij werken op een grotere gebruiksvriendelijkheid en een diepgaandere integratie. Naast het medicatieschema zijn er ook zo’n 14 miljoen vaccinatiegegevens van 2 miljoen Vlamingen, vooral kinderen en jongeren, raadpleegbaar via Vitalink. Ook is men nu bezig aan het inbouwen van de Sumehr, het samenvattend medisch dossier, dat gedeeld kan worden door artsen.

Voor deze eerste twee projecten, het medicatieschema en de vaccinatiegegevens, is er ook een proeftuinomgeving waar innovatieve spelers op een veilige manier nieuwe diensten op dit type van gegevens kunnen ontwikkelen. Ik denk bijvoorbeeld aan een remindersysteem voor herhaalvaccinaties. Ook voor andere, nieuwe innovatietrajecten kunnen we beslissen om daarvoor een proeftuinomgeving van Vitalink beschikbaar te stellen. Op die manier laten we zeker ruimte voor technologiestartups.

Zijn er opportuniteiten voor mobiele toepassingen?

We zijn bij mobiele toepassingen ook nog steeds gebonden aan het vereist inloggen met de elektronische identiteitskaart op de voorzieningen. Er lopen een aantal piloten, o.a. onder stimulans van Flanders’ care waar een mobile device wel kan gekoppeld worden in de voorziening.

Voor de individuele zorgverstrekkers en voor de burger moet men concreet zoeken naar haalbare oplossingen. Deze problematiek was reeds ter discussie op het event “eHealth Goes Mobile” van 2 oktober 2013. Het eHealth-platform is bereid om in samenwerking met de gezondheidssector en softwareproducenten een platform te ontwikkelen voor mobile app development.

In de toekomst zou de patiënt zelf bepaalde laboresultaten moeten kunnen inkijken, zonder daarvoor steeds contact te moeten opnemen met de arts. Ook zou de patiënt via mobiele toepassingen zelf bijvoorbeeld hun telemonitoring parameters moeten kunnen verzamelen. En zou ook de data voor de zorgactoren rondom de patiënt via een centraal systeem beschikbaar moeten worden om preventief te werken. Dat kan vandaag al. Maar de standaarden vormen hier de bottleneck.

Qua uitbreiding naar de residentiële sector heeft een consortium van koepelverenigingen van woonzorgcentra zich op vraag van de Vlaamse overheid georganiseerd om een roadmap op te stellen.  Er zijn ook oproepen gelanceerd voor informatiseringsprojecten. Vlaanderen heeft hiervoor éénmalig middelen voorzien.

Verder zitten er ook nieuwe projecten in de pijplijn. Het gaat wel over projecten die reeds een volwaardige business case hebben. Zo is er het elektronisch kinddossier van Kind en Gezin dat in een eerste fase de resultaten van de gehoortesten wil delen en daarna verder wil evolueren tot een volledig beschikbaar kinddossier. Er zijn ook projecten ingediend rond de zorgtrajecten voor diabetes en er worden concepten uitgedacht rond het delen van een journaal (ref. informatie uit het gekende thuiszorgschrift) van een patiënt binnen de eerste lijn.

Belangrijk is dat we de komende jaren een doorstroom zien vanuit de innovatietrajecten die her en der lopen en dat sommige projecten door de trechter stromen om effectief uit te rollen via de platformen die daarvoor geschikt zijn, waaronder Vitalink.

Geplaatst op 12 juni 2014, in Uncategorized en getagd als , , , , , . Markeer de permalink als favoriet. Een reactie plaatsen.

Plaats een reactie