Interview met Christel De Maeyer – Vlaams onderzoek in Quantified Self

christeldemayer Christel De Maeyer is al actief in de digitale wereld sinds de eind jaren 80, in de tijd dat cd-roms nog cool waren. Ze heeft digitale mediacampagnes georganiseerd, ze richtte een opleidingsbedrijf in Macromedia/Adobe-technologieën op en verkocht dat later, ze heeft een business accelerator geleid bij Howest, en vandaag is ze lid van het Peace Innovation Lab, een onderzoeksgroep verbonden aan het Persuasive Technology Lab van Stanford University. We spraken met Christel over haar huidige activiteiten in het domein van Personal Informatics.

Je doet onderzoek in Personal Informatics. Wat is dat juist? Wat is het verschil met Quantified Self?

In wezen gaat het om hetzelfde. Ian Li, die aan Carnegie Mellon University gedoctoreerd is, heeft het personal informatics genoemd. Het is beter bekend onder de naam quantified self, maar dat is ook uitgegroeid tot een hele beweging, bijna een levensfilosofie zelfs. De termen verwijzen allebei echter naar het gebruik van hulpmiddelen om relevante persoonlijke informatie te monitoren over je eigen gedrag, gemoedstoestand, fysieke prestaties enzovoort.

Hoe ben je in dit domein betrokken geraakt?

Ik kwam er voor het eerst mee in aanraking toen ik in 2009 in San Francisco was. Ik begon te experimenteren met slaapmonitors en zo leerde ik de mensen van Zeo kennen, een van de belangrijkste innovators in dit domein. Eenmaal terug in Europa begon ik hun apparaat te testen, dit was 2010. Eerst in mijn eentje en later in een kwalitatief onderzoeksproject als onderdeel van mijn masteropleiding bij de onderzoeksgroep SMIT (Studie over Media, Informatie & Telecommunicatie, onderdeel van iMinds. Op dat moment ben ik ook de BodyMedia armband gaan testen, een bewegingstracker en slaapmonitor waarvan de werking berust op huidsensoren.

Vertel me eens over dat onderzoek.

Ik ben aan het onderzoeken hoe mensen hulpmiddelen gebruiken om zichzelf te monitoren en of die hulpmiddelen een impact hebben op hun gedrag. Veranderen die hulpmiddelen echt hun gedrag? Nemen die mensen bijvoorbeeld preventieve gezondheidsmaatregelen door de kennis die ze opdoen? Ik heb een heel diverse groep van tien personen aangetrokken die er allemaal mee instemden om een aantal parameters te monitoren, zoals slaap, fysieke activiteit, aantal stappen, calorieën en voedselconsumptie. We zijn in oktober 2012 begonnen en iedereen verbond zich ertoe om zichzelf 24/7 te monitoren. Van december tot februari lasten we een rustige periode in, om te kijken of de mensen het monitoren volhielden zonder dat ik hen opvolgde. En nu in maart zijn we formeel opnieuw begonnen, waarbij iedereen zichzelf weer 24/7 monitort. Langzamerhand gedraag ik me niet alleen als onderzoeker, omdat ik heel wat kwalitatieve feedback verzamel, maar ook als een coach of klankbord voor de deelnemers. Het is een heel intens proces.

Wat zijn tot nu toe enkele van je belangrijkste conclusies?

Een eerste observatie is dat mensen zich redelijk snel lijken aan te passen aan het apparaat. Na een paar weken waren de meeste deelnemers zich niet eens meer bewust van het feit dat ze de armband droegen. Ze hadden echter wel enige moeite om voedselconsumptie bij te houden, omdat dat omslachtiger en tijdrovender is. De kracht van de armband is juist dat hij heel wat parameters automatisch bijhoudt, zonder dat je daarvoor iets hoeft te doen. Een ander probleem is de manier waarop buitenstaanders reageren op zo’n armband. Ik vermoed dat de meeste ontwikkelaars en gebruikers dat onderschatten omdat ze zich vooral in gemeenschappen van technisch onderlegde personen begeven. Mensen die niet vertrouwd zijn met digitale technologieën kunnen echter vrij negatief op zo’n armband reageren, bijvoorbeeld met de vraag of de gebruiker aan een medische aandoening lijdt.

Een tweede belangrijke bevinding is dat de deelnemers duidelijk meer besef van en inzicht in hun gedrag krijgen. De gegevens zijn nu eens confronterend, dan weer verrassend voor hen. En ten derde lijken de deelnemers meer gemotiveerd en overtuigd om hun gedrag te veranderen. Dit is een kwalitatief onderzoeksproject, dus we kunnen er uiteraard geen harde conclusies uit trekken, maar het onderzoek illustreert wel hoe hulpmiddelen om zichzelf te monitoren een deel kunnen worden van het dagelijks leven van mensen en hun meer zelfbesef kunnen geven.

Uiteindelijk blijft motivatie belangrijk om je gedrag te kunnen veranderen, denk ik. Je moet zelf een behoefte of een dringende noodzaak aanvoelen voor je je gedrag verandert. In onze steekproef waren de deelnemers met een medische aandoening duidelijk meer gemotiveerd om hun gedrag te veranderen, en dat deden ze ook. En oudere mensen zijn doorgaans meer bezorgd over hun gezondheid dan jongeren. Maar je kunt ook aan je motivatie werken. Ik bewonder de inzichten van Stanford-professor Dr. BJ Fogg: hij benadrukt dat het belangrijk is om je gedrag in kleine babystapjes te veranderen. Het is gemakkelijker om ‘kleine gewoontes’, zoals hij het noemt, in je leven op te nemen dan drastische gedragsveranderingen. Maar kleine gewoontes leiden tot grote gewoontes: wanneer je vooruitgang boekt, voel je je meer gemotiveerd. Je begint dan ook jezelf beter te begrijpen en je wordt beter in het opnemen van nieuwe gewoontes in je leven.

Hoe zal dit onderzoek evolueren? Wat zijn je volgende stappen?

De volgende stap is om verschillende profielen van mensen te laten deelnemen, zoals kinderen of mensen met chronische ziektes. Uiteraard wil ik ook met veel grotere steekproeven werken. In die volgende fase zal ik vermoedelijk geconfronteerd worden met wat weerstand van mensen die niet vertrouwd zijn met digitale technologieën. Wij digitale types hebben de neiging om te vergeten dat we een minderheid zijn. In België zal het nog wel enkele jaren duren voordat deze hulpmiddelen echt ingeburgerd geraken. Zelfs onder belanghebbenden in de gezondheidszorg moet er nog heel wat bewustwording gebeuren. Ik ben optimistisch, maar het zal tijd vergen.

Christel De Maeyer geïnterviewd door Frank Boermeester

Geplaatst op 25 april 2013, in Interview en getagd als , , , , , , . Markeer de permalink als favoriet. Een reactie plaatsen.

Plaats een reactie